Een leus en een pitch
​
De leus open ik met het benoemen van een misstand, in vraagvorm, als vriendelijke uitnodiging om mee te denken. Want om die tolken terug te krijgen in de zorg, moeten vele beslissers hun beleid willen wijzigen. Daarvoor moet je ze overtuigen én in het hart raken. Obstakel richt zich op het verstand en alstublieft op het gevoel. Los het alstublieft op, dan loopt dit verhaal goed af. Vormgever Piet van Os koos voor warm magenta, om het hart te raken. Zijn kapitalen onderstrepen de verontwaardiging, de cursieve letter is de ingetogen brug naar het blije figuurtje.
Met een klassieke opbouw
Om de lezer te winnen voor een goede afloop, bouw ik elke tekst op als een klassiek verhaal. Zo zit ook de pitch in elkaar:
Er waren eens een heleboel mensen in een vreemd land (tweeënhalf miljoen inwoners van Nederland van wie Nederlands niet de moedertaal is) en die wilden iets waar iedereen in dit land recht op had (goede zorg), maar er was een obstakel (hun taal) dat gelukkig steeds overwonnen werd (door een tolk). Tot er op een kwade dag een tegenkracht kwam (overheid schafte die tolken af). Toen kon het obstakel niet overwonnen worden (narigheid en ellende waren het gevolg). Nu iedereen in het land merkt dat tolken onmisbaar zijn, en zelfs kosten besparen, is er hoop op een goede afloop (tolken komen terug).